stichtster, Eleonora van Engeland. Helaas zijn de beide
in 1886 gegoten en aan de H. Lebuinus en de H. Mar-
cellinus gewijde fraaie klokken in 1943 door de Duit
sers ook geroofd en versmolten.
De Synagoge in de Goltstraat heeft wel niet een oude,
maar, desondanks, toch bewogen geschiedenis. Haar
voorgangster stond in de Roggestraat en werd in 1798
ingewijd, nadat een jaar tevoren de zeven te Deventer
wonende joodse families zich tot een gemeente hadden
verenigd. Op de duur te klein geworden, vooral nadat
in 1883 de hereniging had plaats gehad van de Neder
landse Israëlietische gemeente en de afgescheiden
Israëlietische gemeente, werd in 1892 een nieuw, het nu
nog bestaande, gebouw in Moorse stijl opgetrokken naar
een ontwerp van de stadsbouwmeester van die dagen
J. A. Mulock Houwer. In 1941 werd dit op goddeloze
wijze door trawanten van het naziregiem besmeurd en
inwendig vernield. Zo kreeg het ook zijn deel aan de
zware beproevingen die de Joden werden aangedaan.
Maar het bedehuis herrees en werd 8 Juni 1947 weer
in gebruik genomen, zij het ook nog niet geheel weer
hersteld en in het smartelijk besef dat er van de onge
veer 600 Deventer Joden door de furor teutonica onge
veer 400 waren doodgemarteld en vermoord.
Tot de overige historische gebouwen van kerkelijke
aard kunnen gerekend worden de Bisschopshof, het
Kapittel en de Proostdij. Maar hun historie spreekt
heden ten dage duidelijker verneembare taal dan hun
schoonheid, want meer dan de heugenis van hun be
staan, en een enkel fragment, is er niet van over.
De Bisschopshof, het paleis van de bisschoppen van
Utrecht, als ze te Deventer vertoefden, is zelfs geheel
verdwenen. Het heeft gestaan tegen de Grote Kerk,
zodanig, gelijk een oude schrijver verhaalt: „dat die
36