inwendig nog vele merkwaardige bouwfragmenten uit
gewezen en in 1803 ingewijd.
De derde oude kerk is de tegenwoordige Rooms-Katho-
lieke St Lebuinus- of Broederenkerk, in 1338 door
Eleonora van Engeland, de gemalin van Hertog Reinoud
II van Gelder gesticht als kerk voor het Minderbroede
renklooster. Als kloosterkerk was het een vrij eenvoudig
bouwwerk met een driebeukig schip, dwarspand en
koor, maar sindsdien is er herhaaldelijk aan verbouwd,
waarbij de zuidelijke zijbeuk en een gedeelte van het
dwarspand werden afgebroken, het koor verlengd en de
noordelijke zijbeuk verbreed. Grote wijzigingen hadden
er nog plaats in de zestiger jaren der vorige eeuw, uit
het jaar 1868 dateren b.v. de dakruiter en het portaal
van een der gevels aan de westzijde, beide „neogo-
thisch". Ook de dakruiter stamt uit de negentiende eeuw.
In 1799 werd deze kerk aan de Rooms-Katholieken toe
gewezen in 1803 ingewijd, afb. 10.
In het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht zijn enige
fraaie van hier afkomstige paramenten, waaronder uit
de vijftiende eeuw; benevens het Evangelarium van St
Lebuinus, een Karolingisch handschrift met rijkver
sierde band uit de dertiende eeuw, en een ivoren beker,
romeins, uit de vierde of vijfde eeuw, met verguld zil
veren montuur uit later tijd, de Lebuinuskelk, afb. 11;
in de kerk zelf zijn o.m. een reliekschrijn met
relieken van de H. Lebuinus, de H. Marcellinus, de H.
Mildrida, en de H. Radboud; een reliekschrijn met de
schedels van Geert Groote en Floris Radewijnsz, in 1697
gevonden in de tuin van het voormalige Fraterhuis,
toen naar een nog in Emmerik bestaand fraterhuis ge
voerd en in 1855 uit Xanten namens de laatste drie
fraterheren weer naar Deventer gezondende zeer afge
sleten zerk van de in 1355 overleden en hier begraven
35