werd opgeheven, kreeg het de gelegenheid zich onge
hinderd naar alle kanten uit te breiden.
Dankbaar greep het die gelegenheid aannieuwe woon
wijken ontstonden, industrieterreinen vulden zich,
plantsoenen werden aangelegd en het inwonertal ging
voortdurend met steeds groter sprongen naar boven.
Was van 18501870 de toename 2000, de volgende
twintig jaren, van 18701890, gaven een aanwas van
5000 en een totaal inwonertal van 23000 zielen. En
verder ging het steeds crescendo: 1910 bracht 28000
inwoners; 1930: 36000, thans, Mei 1948 zijn er ruim
44000.
De geleidelijke groei der stad werd echter in 1940
door de oorlog abrupt onderbroken en nog meer door
de gevolgen van twintig bombardementen in 1944 en
1945, die ontstellende gapingen in het stadsbeeld ver
oorzaakten. Verwoestingen en beschadigingen waren zo
omvangrijk, dat van de 11000 woningen er slechts 2500
geheel onbeschadigd zijn gebleven.
Behalve een normaal uitbreidingsplan is er in Deventer
dan ook een wederopbouwplan ontworpen, dat niet
alleen beoogt de wonden te helen, door de lege plekken
weer vol te bouwen, maar ook de historische schoonheid
der stad te ontzien en, waar mogelijk, te accentueren.
Zo zal er bij het optrekken van nieuwe gebouwen zorg
vuldig voor gewaakt worden, dat deze in hun omgeving
passen. De gehavende oude gevels worden zoveel
mogelijk in hun vroegere stijl teruggebracht of hersteld
en bij alle voorkomende onderwerpen wordt weer een
studie van de historische groei van het object gemaakt,
teneinde daarop, zo mogelijk, voort te kunnen bouwen.
Dus geen onverantwoordelijke moderniseringen in de
oude binnenstad, doch ook geen steriele nabootsing van
oude stijlen, maar een levenwekkend geheel, wortelend
20