terug te vinden is in het vogeleilandje van het oude
Plantsoen. Ook de bastionvorm, met uitstekende punt,
is aan de Singel nog te zien.
Deze nieuwe toestand is afgebeeld op de decoratieve
plattegrond uit 1649 in Blaeu's prachtige stede-atlas,
mooi gedrukt, vaak uit de hand gekleurd, met aardige
toepasselijke vignetten. Voor Deventer zien we enige
welgedane engeltjes zich aan Deventerkoek tegoed doen,
terwijl een rol stokvis, het beroemde artikel uit de mid
deleeuwen, evenmin ontbreekt.
Bij een vergelijking tussen de plattegronden van Braun
en Hogenberg met die van Blaeu, springen terstond
enige grote verschillen in het oog.
Behalve de toegevoegde nieuwe vestingwerken ligt bij
Blaeu de schipbrug voor de stad, op welke plaats ze in
1599 gekomen is. Aanvankelijk was de brug iets meer
stroomafwaarts gelegen, ter hoogte van de tegenwoor
dige Graaf van Burenstraat, waar ze in 1483, eerst als
paalbrug, was gebouwd.
Dan heeft de eenvoudige torenbedekking in 1613 plaats
moeten maken voor de lantaarn van Hendrick de Key-
ser, in verband met de aanschaffing van een carillon in
dat jaar; en tenslotte is er de Noordenbergtoren, ge
bouwd in 1487, afgebeeld zonder de spits, die we er in
1578 bij het beleg van Rennenberg hebben zien afschie
ten en die nooit meer hersteld is; het overblijfsel van de
toren werd in 1778 gesloopt.
Ook op het prachtige, meer dan 2 M. lange stadsgezicht
van Claes Jansz. Visscher, in 1615 uitgegeven, vinden
we, na vergelijking met de houtsnede van 1550, deze
markante verschillen duidelijk aan de dag treden.
Voor meer dan twee en een halve eeuw was ook nu weer
de vorm en de grootte der stad bepaald, want eerst na
de wet van 18 April 1874 toen Deventer als vestingstad
19