HOOFDSTUK II
Historische groei uit de plattegronden.
\\7 il men de geschiedenis van een stad, maar vooral
haar groei en ontwikkeling, overzien in minder
uren dan eeuwen, waarin zich dit proces voltrok, dan
doet men goed enkele plattegronden naast elkaar voor
zich te nemen, zich te bezinnen op de stadshistorie, in
dit geval van Deventer. Onwillekeurig droomt men dan
weg uit het heden, het grijze verleden doemt op, eerst
nevelig: een brede rivier, wat Saksische hoeven, een
oeroude maalheuvel, waar de Saksers hun go-vergade
ringen houden.
Dan, wat scherper, tekent zich af een houten kerkje met
wat gebouwen en woni ogen er omheen geschaard, achter
een veilige omwalling. Daarbuiten een langgerekte han
delsnederzetting langs de Haven en langs de IJssel.
Daarop: rook en vlammen, waarin kerkje en nederzet
ting zijn geduld en opgaan, telkens weer herbouwd en
weer verbrand en weer herbouwd, degelijker, sterker.
Duidelijker wordt nu het beelddrie afzonderlijke delen
zijn te onderkennen; de oudste, Frankische kern met de
Grote Kerk, de Bisschopshof, de Proostdij, het Papen
klooster. Het Saksische gedeelte op en om de Berg, met
de Brink als een soort Niemandsland tussen de Fran
kische en Saksische delen, en dan de handelsnederzet
ting langs het water.
Dan groeien deze gedeelten tezamen tot één geheel,
toen, tegen het midd ender veertiende eeuw, Deventer,
dat omstreeks het jaar 1200 stad geworden zal zijn,
omgeven was door een ringmuur, waarvóór later
14