grootburgerschap, met het recht om vee te mogen laten
weiden, daarom ook wel grasburgerschap genoemd, en
het kleinburgerschap, zonder dit voorrecht. Aangezien
de prijs van het grootburgerschap zeer veel hoger was
gesteld, werd hierdoor de toevloed wat geremd en kon
elk koebeest en elk paard weer zijn competente portie
krijgen. In 1866 is het recht van vee te mogen weiden
opgeheven en vervangen door een jaarlijkse uitkering
van f 30.welke nog elk jaar aan ruim 200 grootbur
gers wordt uitgereikt, terwijl er nog slechts zeer weini
gen zijn, die een paard mogen laten weiden. Dit kan mij
nochtans niet verhinderen mijn stokpaardje verder te
berijden en te spreken van de stem der steden, ook ver
neembaar voor hen, die niet met zoveel vezels verbonden
zijn aan deze stad.
Ook zij kunnen haar veroveren, of de stad verovert hen.
Niet met geweld van luide wapenen, zonder het gieren
van bommen, het rommelen van V I's en het donderen
van V 2's, maar in en door de stilte en de schoonheid.
Wandel dan, op een stille Decemberdag, door de wee
moedige grijsheid van het Bergkwartier; meng U op een
zonnige Vrijdagochtend in het kleurig marktgewoelop
de Brink; loop op een zomeravond, als de volle maan
hoog boven de oude straten en stegen staat, door de
Noordenberg, waar gedempt de stemmen der bewoners
klinken, buiten zittend voor hun huizen en een jongen
„onbewust voor eigen blijheid om de avondrust", zo
maar wat voor zich heen fluit.
Maar altijd komt men dan toch weer uit aan de water
kant, waar de IJssel stroomt, speels met gouden en zilve
ren vonken in de stralende zon, glad en helder als een
spiegel onder het zachte licht der maan, grijs en grauw
bij storm en regen. Maar altijd sterkend en vertroos
tend, omdat de rivier zorgen en bekommernissen mee
102