kerk in de Smedenstraat betrokken. Het oude histo
rische kerkgebouwtje in de Spinhuissteeg werd hij het
bombardement van 6 Februari 1945 verwoest.
Nog de gehele achttiende eeuw door bleef dit buiten
leven bij de stedelingen zeer in trek en het „protocol der
hoven" is dan ook een staalkaart van de toenmalige
stadsbevolking in al haar geledingen: magistraatsper
sonen en professoren Athenaei, ambachtslieden en
neringdrijvenden, hadden er hun koepels en nederige
optrekjes.
Maar toen de Fransen in November 1813 de vesting
Deventer in staat van tegenweer brachten, verwoestten
zij hier heel de Hoven uit vrees, dat de Kozakken er
zich zouden nestelen.
Na de bevrijding van 1814 herrees ook de Hoven, tuinen
werden weer aangelegd, koepels herbouwd, want ook in
de negentiende eeuw hadden velen er gaarne hun plekje
grond, waar ze bloemen plantten, groenten teelden, of
alleen maar in hun koepel van het buitenzijn genoten.
Maar langzaam aan voltrok zich een veranderings
proces, van een conglomeraat van tuinen werd de Hoven
een woonwijk: er kwamen straten, er verrezen winkels,
maar de tuinkoepels, vaak schilderachtig gelegen en
aardig van bouw, hadden hun reden van bestaan ver
loren, verkommerden, rekten hun bestaan, gedegradeerd
tot schuurtjes, of werden gesloopt. Hier en daar vindt
men er nog een, als een laatste, stille getuige uit de tijd
dat de geneugten en verstrooiingen der mensen zoveel
eenvoudiger en natuurlijker waren. Maar zou de heer
van Naslaan zeggen: „ik vraag je, of ze der zooveel
slechter aan toe waren dan wij?", uit de tijd van trek
schuiten en diligences, van theekoepels met namen als
Schoonoord en Welgelegen, Bloemhof en Veldzicht, uit
de tijd van: „hoe warm het was, en hoe ver", afb. 34.
88