in het bezit van de Van Reede-Athlones. Men leidde er een gezellig leven. Het is beschreven in de brieven van Belle van Zuylen, de latere Madame De Charrière, die als nichtje dikwijls op het kasteel logeerde. Zij vertelt van de vroolijke, soms zelfs wilde, partijtjes die de hoogst oorspronkelijke, naar het excentrieke neigende jonge mevrouw Athlone organiseerde. Zij vertelt van de nieuwste boeken die zij er las, o.a. van Voltaire, en van de kleine flirtations die gelukkig nimmer een drama- tischen afloop schijnen te hebben gehad. Wij hoo- ren hoe men er al bordurende of teekenende met elkaar babbelde en hoe men er bekende buiten- landsche kunstenaars als, in 1773, Liotard ontving, die de portretten van de bewoners en hun familie in pastel vervaardigde. Tegen dat het winter werd vertrok men naar Utrecht of Den Haag. Zoo bleef men op de hoogte van hetgeen er in de wereld gebeurde, van wat er modern was. Maar ver nieuwingen van eenige beteekenis werden te Amerongen niet aangebracht. Dat is begrijpelijk, want het vorige geslacht had slot, bijgebouwen en tuinen zóó doortastend en zóó grootscheeps aan gelegd, dat er werkelijk vrijwel niets meer te doen overbleef voor de generatie der 18de eeuw. Ja, men moet er een beetje onder den druk geleefd hebben van een zóó degelijk en volledig handelend voorgeslacht Hetzelfde geldt voor het slot te Zeist, waar ook in de 18de eeuw hoegenaamd geen wijzigingen werden aangebracht. Vóór het kasteel brachten buitenlanders echter leven en vernieuwing. Het was de secte der Hernhutters die de veranderingen bewerkstelligde. Zij kwamen uit Bohemen en waren Luthers-georiënteerde afstammelingen van de Hus sieten der 15de eeuw. Wegens hun godsdienst werden zij herhaalde malen door de katholieke Habsburgsche regeering lastig gevallen. Werden 90

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 98