doemd, conserveerend hetgeen men van het voor
geslacht aan bruikbaars had geërfd, navolgend
wat het buitenland lanceerde, mits het met de eigen
traditie niet in botsing kwam. Slechts het voor
beeld en de invloed van een prachtig en machtig
vorst, een echte barok-figuur als Willem III ver
mocht de Nederlanders in den stroom van hun tijd
te werpen. Midden daarin schiepen zij werken
van een internationaal allure, die desondanks
toch een eigen Nederlandsch cachet droegen. Dat
tonen ons o.a. de laat-iyde eeuwsche buitenplaat
sen van zuid-oost Utrecht. Maar bij ontstentenis
van een dergelijke centrale figuur kon Neder
land in die periode met zijn tijd niet goed mee
gaan, moest het afstand doen van de hooge plaats,
die het in de „gouden eeuw" in Europa had in
genomen.
88