daken met elegant gezwenkte lijnen, die uitliepen in lange, luchtig bewerkte windwijzers. De tusschen- liggende gedeelten droegen hoog-oploopende leien daken, elk met een flinke dakkapel. Het midden stuk tenslotte werd bekroond door een afgeknotte py- ramide met één geweldigen stervormig-gemetselden schoorsteen die versierd was door het meest rijke krul-werk van smeedijzer dat men zich denken kan, alles ter ondersteuning van een groote a-jour be werkte windvaan. Een feestelijke en hoogst oor spronkelijke oplossing, die bij mijn weten in Neder land geen evenknie vindt, maar wel in Frankrijk. In dit gebouw met zijn ingewikkelden plattegrond waren de woonkamers op redelijk geslaagde wijze gecomposeerd. Inde ruime lichte hal werden in vier nissen groote jachtstillevens a la trompe 1'oeil aangebracht. In den rechter zijtoren was het trappenhuis, voorzien van buitengewoon mooi laat 17de eeuwsch houtsnijwerk en een smeedijzeren trapleuning, en overwelfd door een koepeltje met eenvoudig doch welgevormd decoratiewerk in stuc in den trant van Marot. Fransch ook was de in richting van de ruime, rechthoekige zaal die de geheele breedte van het huis aan de achterzijde be sloeg. Vier deuren, waarboven sopraportes, vorm den den toegang. Het houtwerk was geschilderd als geaderd marmer. De behangsels der muur- paneelen werden in den loop der tijden helaas vernieuwd, de rest bleef grootendeels gaaf ge spaard. Opmerkelijk was wel het kleine, veel hoekige vertrekje links van de hal in een zijtoren dat voorzien was van een ongeschilderde laat- 17de eeuwsche betimmering. Het had geen bij zondere pretentie maar deed deftig en buiten gewoon rustig aan. Het plafond werd verlevendigd door vier putti van stuc. Minder fraai van kwali teit was de salon die door de schilderingen van Isaac de Moucheron een zekeren roem in de Ne- 82

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 90