uiting van. Het slot werd, zooals alle groote Fransche paleizen uit dien tijd, gebouwd om een rechthoekig plein. In het midden verrees een mo numentaal, streng symmetrisch gehouden hoofd gebouw, gedekt door een tamelijk laag dak. Aan weerskanten daarvan gedrukte, oorspronkelijk vlak gedekte, vleugels met haaks daarop aan sluitende dienstgebouwen, te weten links een oran jerie en rechts keukens en stallen. De vierde zijde van het plein bleef open en werd slechts afgesloten door een hoog ijzeren hek met in het midden een soort poort van ijzer. Deze stond in verbinding met een steenen brug over de gracht die het slot met het eraan grenzende gedeelte der tuinen om ringde. Hét hek is tegenwoordig al lang verdwenen, evenals een balustrade op het dak, tot schade van het aanzien van het gebouw, want zij moeten veel hebben bijgedragen aan de levendigheid van het algemeen aspect, dat thans een beetje te massaal aandoet. Fransch waren ook de kloeke verhoudingen van het zeven vensters breede hoofdgebouw. De ramen waren niet op gelijke afstanden van elkaar aange bracht, maar in groepjes verdeeld, een indeeling, die door hoekpilasters en een aan voor- en achter zijde van het huis aangebracht ondiep midden- risaliet werden geaccentueerd. Het middengedeelte, was twee verdiepingen hoog plus een onderhuis en een attiek, een in dezen tijd in ons land geheel nieuw bouw-element. On-Nederlandsch waren ook de breede rechte stoep of statietrap en de natuur- steenen versiering met Ionische pilasters en kleine vazen van de heel breede voordeurpartij. Natio naal echter was de gebruikte baksteen, waar men in Frankrijk gelen of grijzen natuursteen prefereerde. Het gebouw binnentredende kwam men in een ruime vestibule waarop rechts het trappenhuis en links een groote, de geheele diepte van het huis 73

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 79