meer breed dan diep was. Aan het einde hiervan,
links en rechts, twee statige rechte trappen die
halverwegen de verdieping op een bordes uitmond
den, waar vandaan één trap, in het midden,
verder naar boven voerde. Hieronder, dus tusschen
de beide eerstgenoemde trapdeelen, liep een gang
met een gedrukt kruisgewelf dat zeer geleek op dat
in de benedenverdieping van het raadhuis op den
Dam. Deze gang mondde uit in een breederen
corridor, die, evenwijdig aan den voorgevel, het
geheele huis doorsneed en waaraan de meeste
kamers gelegen waren, o.a. de in de as van de voor
deur gebouwde, vorstelijk ingerichte zaal.
De zeer ruime bovengang of -hal liep aan alle vier
de kanten om het trapgat. Zij had de hoogte van
het geheele verdere gebouw en eindigde in een
spiegelgewelf dat bij de laatste restauratie van het
slot door Guypers beschilderd werd als een blauwe
hemel waarin allerlei vogels rondvliegen; een
gelukkige gedachte van den hersteller. De ruimte
werking van dit on-Nederlandsch grootsche en
buitengewoon consequent gebouwde trappenhuis
was werkelijk uitmuntend. De indruk dien het
maakte berustte, evenals die van het verdere
kasteel, geheel en uitsluitend op de harmonisch
uitgebalanceerde verhoudingen. Het decoratie-
werk dat soms, b.v. in de groote zaal, overdadig
werd aangebracht, maar soms ook sober, b.v. in
de gangen (de welig-gesneden trapleuningen zijn
modern),was hierbij vergeleken geheel bijzaak. Ook
de verhouding ten opzichte van de omringende
gracht, voorburcht en tuinen werd door den bouw
meester fijn aangevoeld. Het is een architectuur
van een allure dat men maar zelden in Nederland
aantreft. Alleen door Middachten dat de Amster
dammer Steven Vennecool voor een familielid van
Godard Adriaen Van Reede bouwde, wordt het
overtroffen.
68