benevens een massief gouden doos met een oor konde, waarbij hem de hooge heerlijkheid van Amerongen werd opgedragen als erkenning van zijn het vaderland bewezen diensten. De keurvorst op wien Van Reede blijkbaar een goeden indruk had gemaakt, zond hem bovendien 800 zware boomstammen uit de omgeving van Berlijn ten ge schenke, die weldra over de Elbe en via de havens van Hamburg en Amsterdam hun plaats van be stemming bereikten. Aldus gesteund kon de baron zijn kasteel op prachtige wijze herbouwen. Be kwame architecten werden te hulp geroepen. Zoo ontstond in enkele jaren tijds een slot, zoo luister rijk als er slechts weinig in Nederland zijn. Het was toen kort voordat, met de komst van Marot en andere Hugenooten, de Fransche kunst ons land zou overstroomen. Amerongen werd een van de laatste groote uitingen van de echt-Hollandsche bouw kunst. Wie de bouwmeester ervan is geweest weten wij niet. De metselaar Hendrick Gerritsz. Schut en de meester-timmerman Cornelis van Rietvelt, beiden Amsterdammers, die het werk uitvoerden waren zeker niet de ontwerpers, maar ongetwijfeld is het kasteel het werk van een Amsterdamsch architect uit de school van Jacob van Campen en Pieter Post. Dat blijkt, behalve uit een passage van een brief, door Van Reede in Februari 1676 aan Johan Maurits van Nassau geschreven, ook duidelijk uit den bouwstijl. Het werd een groot blokvormig gebouw van baksteen, een beetje strak en somber door zijn een-kleurigheid. Drie verdiepingen benevens een onderhuis was het hoog. Daarboven een tamelijk forsch, driedeelig dak. Liep men over de deftige dubbele brug één boven voor de heeren en één daaronder voor de keukenafdeeling dan kwam men door een breede beglaasde voordeur, overhuifd door een klein balkon, in een groote lichte witgekalkte hal die 67

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 73