rechte weg voor het hek, die den oprit onder een
hoek van negentig graden snijdt. Bijzonder aardig
zijn verder de 17de eeuwsche steenen palen met het
gekroonde wapen van Nassau en dat van Bever-
weerd, die bij den ingang van het bosch ten noorden
van het kasteel staan en aangeven, wie de eigenaar
was.
Een andere bastaard van Nassau, Frederik, zoon
van Frederik Hendrik van vóór diens huwelijk met
Amalia van Solms, resideerde op ^uylestein (afb. 7).
Zijn vader had het kasteel en de heerlijkheid in 1630
gekocht voor 35.000 als geldbelegging, maar waar
schijnlijk met de bij-bedoeling zijn politieken in
vloed in Utrecht te vergrooten. Constantijn Huy-
gens verleende zijn medewerking bij den aankoop.
Zuylestein was gesticht door een lid van de familie
Van Zuylen van Natewisch, vermoedelijk om
streeks het midden der 14de eeuw. Groot schijnt
het gebouw aanvankelijk niet geweest te zijn. In
1549 werd het gekocht door ridder Ernst van Nyen-
rode, die het geheel liet verbouwen tot een klein
jachtslot. Het bestond toen uit een bescheiden
rechthoekig gebouw, dat beneden slechts één groote
kamer bevatte, benevens een hal of voorhuis en een
vierkanten traptoren van zeven verdiepingen, ge
dekt door een goed-Hollandsche peer-vormige
bekroning. Het was drie étages met een zolder en
een kelderverdieping hoog. Aan weerskanten van
den smallen gevel prijkten elegante hangtorentjes,
evenals de groote toren door peeren bekroond.
Tezamen met de slotgracht gaven zij dit aardige
kleine landhuis nog een schijn van een defensief
karakter. Een steen boven den ingang vermeldde
het jaartal van de verbouwing: 1551.
Frederik Hendrik heeft met dit eenvoudige geheel
geen genoegen genomen. Van 1631 tot 1635 ^et
hij het aanmerkelijk uitbreiden, zoodat de platte
grond nu nagenoeg vierkant werd. Verschillende
61