Wetering toe". Landbezit was ook hier duidelijk
de hoofdzaak. Reeds in den oudsten tijd van zijn
bestaan was Dompselaer een echt buitenverblijf,
ook al zijn er een tijdlang heerlijke, oorspronkelijk
bij de kasteelen behoorende, rechten aan verbon
den geweest.
Met het twee- en drievoudige trapgevelhuis-
buiten (een woningvorm die natuurlijk niet alleen
in zuid-oost Utrecht voorkwam) waren de moge
lijkheden van het type uitgeput. Nogmaals een
smal stadshuis tegen zoo'n complex aanzetten
zou belachelijk worden. Verbrokkeling van het
bouwlichaam dreigde bovendien, ja deed zich
reeds gevoelen. Een middel hiertegen bood de
stedelijke architectuur. Ook daar was men gaan
inzien, dat door het al te veel aaneenrijen van de,
wegens de stijgende grondprijzen steeds hooger en
steeds smaller wordende trapgevelhuizen, het al
gemeen aspect te onrustig werd. Omstreeks 1625
53
Fig. 10. Het huis Dompselaer.