eeuwsche van Jan de Beijer en Hendrik Spilman
kennen, was hoofdzakelijk een schepping van
Wouter van Oudshoorn, heer van Kraijestein, die
in 1536 het slot heeft gekocht.Tegenwoordig bestaat
het niet meer. Een bosch en een paar half-dichtge-
groeide grachten duiden de plek aan, waar het
gestaan heeft. De oude naam wordt echter nog
gedragen door een klein, iets noordelijker gelegen
gebouwtje uit de renaissance, dat wij later zullen
behandelen.
Ook de uit de 13de eeuw stammende en in de
laatste jaren der 18de eeuw op de voorpoort na
gesloopte ridderhofstad Rijsenburg aan de Lang-
broeker Wetering bezat naast een flink woonhuis
een slank veelhoekig torentje. Tegenwoordig voert
een boerderij nog den naam van het voormalige
kasteel.
Een zware ronde, nog werkelijk verdedigbare toren
vond men op de hoeken van de kasteelen Sterken-
burg en Schonauwen. Die van Sterkenburg (afb. 21)
is tot op heden behouden gebleven als eenig
overblijfsel uit de middeleeuwen. Het slot Scho
nauwen (fig. 6) is thans bijna geheel verdwenen.
Het was nog een echt vecht-kasteel, ondanks het
reeds tamelijk breed uitgegroeide woongedeelte.
De ronde, door kanteelen bekroonde toren op den
hoek met een kleinen traptoren er tegenaan moet
zwaar van constructie zijn geweest en berekend op
hevige aanvallen. Volgens de overlevering zou de
burcht eertijds het Huys te Weteringe hebben ge-
heeten naar het watertje waaraan het lag, en een
bezitting zijn geweest van een familie die haar naam
aan het slot ontleende. In de eerste helft van de
13de eeuw moet het verbouwd zijn door Jan van
Bosichem, heer van Cuylenburg. Is misschien de
overgang van houten op steenen bouw de reden tot
vernieuwing geweest? Eerst werd het kasteel be
woond door heer Jan's afstammelingen, die zich
36