veiligheid hooger zijn geweest en voorzien van de
gebruikelijke kanteelen. Want verdedigbaar was
het slot zeker. Men moest twee bruggen passeren,
wilde men er binnengaan, en de eerste hiervan
werd beschermd door een flink poortgebouw, het
eenige deel van Groenestein dat tegenwoordig nog
over is. Die poort dateerde overigens niet uit de
middeleeuwen maar, blijkens een op de achter-
zijde aangebracht jaartal, uit 1617. Zij was soort
gelijk aan die, welke wij reeds bij Hinderstein en
Weerdestein aantroffen.
De eerste bezitter van Groenestein dien de ge
schiedenis vermeldt, in 1446, was Johan de Ridder,
zoon van Dirck de Ridder, dien wij reeds ont
moetten als heer van Walenburg. Johan was een lid
van de eerste kringen der Utrechtsche burgerij.
Liefst tien maal werd hij tot schepen van zijn
vaderstad gekozen. Heel lang, tot in de 17de
Fig. 4. Het huis Groenestein.
3i