achterkleindochter bracht het goed door huwelijk aan den Leidschen tak van het geslacht Van Lochorst. Later kwam het door erfenis aan de heeren van Mathenesse die het huis niet bewoon den en het in 1638 verkochten aan den Utrecht- schen regent jonkheer Adriaen Ploos van Amstel. Ook deze zal het niet betrokken hebben. Meestal deden drukke zaken den ambitieuzen man te Utrecht vertoeven. Van het buitenleven genoot hij des zomers gewoonlijk in de heerlijkheden Geyn en Oudegeyn, waarvan hij ook eigenaar was. Zoo stond Lievendaal langen tijd leeg en de gebrui kelijke slechte gevolgen: verwaarloozing en verval, werden merkbaar. Adriaen's zoon Gerhard ver kocht het goed in 1653 aan Maria Hondeling, weduwe van jonkheer Diderick van Eek van Panthaleon. Hun kleinzoon Willem van Eek van Panthaleon overleed in 1688, een insolvente boedel achterlatende. Steeds minder werd er daardoor voor het behoud van Lievendaal gedaan. Het kasteel dat bij den dood van den heer Van Eek geheel vervallen was werd uit het faillissement overgenomen door Godard Adriaan van Reede, heer van Amerongen, een man die reeds vele landerijen in de omgeving in zijn bezit had. Elij liet Lievendaal afbreken, voorgevende dat hij in de nabijheid van zijn slot te Amerongen geen tweede kasteel wenschte, ten einde moeilijkheden in het jachtrecht tusschen beide heerlijkheden te voor komen. Slechts de titel Heer van Lievendaal bleven hij en zijn nazaten voeren. Daarmee verdween een merkwaardig, laat voorbeeld van het vierkante Frankische donjon-type. Nadat wij zooveel 17de en 18de eeuwsche teeke- ningen hebben genoemd bij de bespreking van de Stichtsche kasteelen uit de middeleeuwen rest nog de vraag, of de middeleeuwsche schilderkunst 25

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 25