zijn. Later, toen de houten bouwwijze in onbruik was geraakt, golden de baksteenen sloten niet meer als zulke merkwaardigheden, dat men in den naam van het huis de aandacht op het bouw materiaal vestigde. Toen werden de namen der kasteelen liever samengesteld met het neutrale woord „burg". Hieruit moet men evenwel niet afleiden, dat tevens veranderingen in de architec- tonische vormen plaats grepen. Wat die betrof bleef alles bij het oude. Zoo bestond b.v. de ridder hofstad Walenburg (fig. 2) uit een vierkanten toren van vier verdiepingen, evenals Lunenburg of Natewisch. Tegen den donjon sloot een woon- vleugel aan. De vroegste afbeelding die van het slot bestaat, dateert uit het einde der 17de eeuw. Men ziet daarop dat toen het woongedeelte uit drie naast elkaar gelegen stukken in vroeg 17de-eeuw- schen stijl bestond. Of deze waren opgetrokken ter vervanging van een oudere woning, die niet meer Fig. 2. Het huis Walenburg. 22

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 22