De vierkante donjon is nog steeds over. De ven
sters, die men tijdens de 17de eeuw in haar muren
had gemaakt, werden in de 19de vervangen door
neo-gothieke, die er welbeschouwd evenmin in
passen als de vroegere kruiskozijnen. In denzelfden
tijd werd de oude woonvleugel vervangen door
een in pseudo-middeleeuwschen stijl. Links op
het voorplein staat aan de slotgracht een hoog
poortgebouw, overblijfsel van een grooten, reeds
eeuwen geleden gesloopten, voorburcht. Binnenin
leest men op twee steentjes: „Anno 1647. Reno-
vatum Anno 1847". De poort dateert dus uit
dezelfde periode als die van Weerdestein, waarop
zij zeer gelijkt. De vernieuwing van 1847 zal wel
gelijk met die van het huis zijn ondernomen.
Weerdestein en Hinderstein stammen beide uit
den vroegsten tijd van den baksteenbouw. Daarop
wijst het woordje ,,-stein" waarmee hun namen
eindigen. In de 13de eeuw, toen het bouwen van
houten kasteelen nog gebruikelijk was, werden de
enkele steenen sloten die ontstonden natuurlijk
zeer bewonderd. Vol trots hebben de eigenaren
hun moderne sterke vestingen naar het nieuwe
materiaal genoemd. Het gebruik van steen bij den
kasteelbouw werd in Vlaanderen zelfs zoo bijzon
der gevonden, dat het enkele woord „steen" daar
een blijvende benaming voor een kasteel werd. In
ons land is dit veelzeggende woordgebruik niet in
geburgerd.
Hinderstein wordt in de middeleeuwsche leenacten
ook dikwijls als een „steynen huys" of „steenhuys"
vermeld. Ook Bergestein, of Berkestein, een kwartier
ten westen van Amerongen, een riddergoed dat al
een paar eeuwen geleden is afgebroken, Wayestein,
'uylenstein en het thans verdwenen Groenestein waren
van die hechte baksteenen vestingen uit de 13de of
hoogstens uit de vroege 14.de eeuw. Ouder dan de
13de eeuw kunnen deze sloten onder geen beding
21