geworpen. Alleen de nog steeds hechte donjon
bleef behouden. Men nam hem op als middenstuk
in een nieuw blokvormig huis. Er werden groote
vensters in de dikke muren gehakt en op de eerste
verdieping kreeg de oude toren een balkon. Een en
ander geschiedde op last van den toenmaligen
bewoner, het Eerste-Kamerlid jhr Gerard Regnier
Gerlacus van Swinaeren, die in 1879 op het huis
overleed. Fraai was de nieuwe oplossing niet maar
karakteristiek voor de geschiedenis van den
kasteel-bouw in zuid-oost Utrecht is zij zeker wèl.
Beslist aardig was alleen de op de verdieping ge
legen vierkante torenkamer, waaruit men door een
groot venster een uitzicht genoot op de achter het
huis gelegen boschjes.
In het voorjaar van 1945 vernielde een geallieerde
bom de linkerhelft van het 19de eeuwsche Lunen-
burg, waarin toen Duitsche militairen waren ge
legerd. De hechte toren leed echter geen schade.
Waar de grijze pleister van de muren afbrokkelde
kwamen de mooie oude baksteenen van groot
formaat weer tevoorschijn.
Iets verderop aan de Langbroeker Wetering bouw
de vermoedelijk het machtige Stichtsche geslacht
Proeys het slot Weerdestein (afb. 4). Omstreeks
1348 wordt Willem van Weerdestein als de bezitter
van het huis genoemd. Hij schijnt een lid van de
familie Van Zyll te zijn geweest en het verwondert
ons dan ook niet, dat zijn burcht zeer geleek op
het Lunenburg van zijn verwanten. Ook hier een
vierkante toren van een zuiver Frankisch donjon
type. De in den modernen tijd sterk gerestaureer-
den baksteenen kolos die uit de 13de eeuw stamt,
staat op een soort van nieuw terras of basis, onge
naakbaar te midden van liefst drie haar bescher
mende grachten. Oneffenheden in de oppervlakte
van het terrein binnen die grachten duiden erop,
19