door de Duitsche bezetters. Vele zullen wel nooit meer hun ouden bloei terugkrijgen. Een groote schade voor onze cultuur behoeft dit niet te be- teekenen, want zelden vindt men er, zooals wij deden uitkomen, gebouwen van architectonische waarde onder. Park en bosch boeien, dat is ons genoeg. Totdat ook zij ten offer vallen aan den aanleg van een villapark. Gebeurtenissen van historisch belang vielen ge durende de laatste halve eeuw in zuid-oost Utrecht niet veel voor. Na de stichting van het Meteorolo gisch Instituut te De Bilt en de vernielingen van de Duitsche bezetters willen wij er nog slechts één vermelden: de vestiging van den Duitschen ex- keizer te Doorn. Toen hij bij de ineenstorting van het Duitsche front in November 1918 over de Nederlandsche grens vluchtte, wist niemand, wat met den onver- wachten en onwelkomen gast te doen. Telefoons met Den Haag werden gewisseld en men kwam tot het besluit dat de vluchteling voorloopig zou wor den ondergebracht bij den hem bekenden graaf Van Aldenburg Bentinck op kasteel Amerongen. Geruimen tijd bleef hij daar en het was op Ame rongen dat hij den 28sten November 1918 de acte teekende waarbij hij afstand van den troon deed. Intusschen werd uitgezien naar een permanente woning. Door 's keizers verblijf te Amerongen viel het oog op zuid-oost Utrecht. Tenslotte werd in die streek in 1919 het Huis te Doorn (af b. 37) van me vrouw Van Heemstra-de Beaufort aangekocht. Doorn was toen niet meer de versterkte ridderhof stad uit de 14de eeuw, die wij in het derde hoofd stuk bespraken. Slechts één ronde toren was daar van overgebleven. Door Herman FrederikRichard Lijnslager, die het goed in 1761 van een oudtante geërfd had, en die het op 12 September 1792 ver- 178

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 196