Groote huizen als de Breul of het dwaze namaak-
oude Kerkebosch stichtte de moderne tijd in zuid
oost Utrecht welig. Maar langs de binnen- en
achterwegen der dorpen kwamen overal kleine
woningen en zelfs arbeidershuisjes die het uitzicht
dikwijls belemmerden. En tusschen al deze huizen
verrezen hier en daar fabrieken, garages en andere
utiliteitsgebouwen die het Utrechtsche landschap
bedierven. Weloverdachte uitbreidingsplannen
hadden veel kwaad kunnen verhinderen, maar die
begon men pas te maken toen de zonde al voor
zeker de helft bedreven was. Het Klooster bij De
Bilt werd in 1896 afgebroken en vervangen door
het leelijke gebouw van het Meteorologisch Insti
tuut van professor C. H. D. Buys Ballot, dat vroe
ger op het bolwerk Sonnenburg te Utrecht was ge
vestigd. Het dorp won erdoor in bekendheid, maar
de oude buitenplaats werd niet fraaier door de ver
rijking van het profiel met een witgeschilderden
ijzeren waarnemingstoren, die hoog boven de
boomen uitstak. Het park van het goed werd ver
kaveld en tot een villapark ingericht dat in haar
naam de herinnering aan het voormalige Vrouwen
klooster levend hield. Een gedeelte van het opgaand
hout en de hoofdlijnen van het park, thans straat
wegen, bleven gespaard.
De wijdheid en de rust van het Utrechtsche land
verdwenen door zulke moderniseeringen. Zoo
veroverde de stad het platteland om van het bui
tenleven te kunnen genieten en vernielde het
tegelijkertijd. En de dichtere bevolking, die nu
kwam, veroorzaakte een drukker verkeer, het in
tensere verkeer bracht op zijn beurt weer meer
menschen, en zoo voort. Het moderne verkeer
stelde ook zijn eischen. De weg UtrechtZeist
moest worden verbreed en op sommige punten
zelfs geheel verlegd. Ruw werden hier en daar in
den weg liggende hoeken van oude buitenplaatsen
176