seere zich eens wat de Utrechtsche heuvelrug
thans zou zijn zonder de macht van de groote
kapitalen uit de 18de en de 19de eeuw, die de
woeste onvruchtbare hei in prachtige parken deden
veranderen: dorre eentonige gronden met zand
verstuivingen, zooals thans nog de nabijgelegen
Leusder hei! Het is werkelijk indrukwekkend om te
zien wat men door zorg en verstand op dit on
vruchtbare terrein tot stand heeft weten te brengen.
Nog dagelijks genieten wij van het geld en de moei
te die onze voorvaderen aan den boschaanleg ten
koste hebben gelegd. Zal het nageslacht eens onzen
tijd een dergelijken lof toezwaaien? Het valt te be
twijfelen. De villa's, die in de laatste vijftig jaren
in de Stichtsche Lustwarande zijn gebouwd, waren
veelal bestemd voor betrekkelijk bescheiden rente
niers en evenmin bijzonder rijke forensen. In
overeenstemming hiermee waren de huizen voor
het meerendeel middelmatig of klein van afme
tingen. De opkomst van de villaparken was plotse
ling. Daardoor hebben de architecten niet de ge
legenheid gehad zich rustig voor te bereiden op de
nieuwe taak, waarvoor zij gesteld werden. Geen
goede oplossing wetende voor den bouw van het
nieuwe, kleine buitenhuis, pasten de meesten 'daar
om aanvankelijk de bij het stadshuis gebruikelijke
vormen op het platteland toe. De historie van de
17de eeuwsche buitenhuis-architectuur scheen zich
te gaan herhalen. Maar spoedig zijn onze bouw
meesters ditmaal over deze weinig gelukkige peri
ode heen gekomen. De onjuistheid van hun werk
wijze inziende gingen zij in de leer bij het platte
land zelf; zij bestudeerden den bouwstijl van de
boerderijen en de met riet gedekte schaapskooien
die zoo goed in het landschap pasten. De strijd
tegen de machine en het machinale werk, door
Morris en Ruskin in Engeland aangebonden doch
weldra over de geheele beschaafde wereld ontke-
174