het eerste gezicht, maar alle marmer was slechts surrogaat, gemaakt volgens een nieuw Duitsch procédé, niet zoozeer van wege de kosten die een echte marmeren hal met zich mee zouden brengen als wel om toch maar snel het gebouw te kunnen voltooien. Het bijeenzoeken en bewerken van zoo veel verschillende marmersoorten als hier gewenscht werden zou jaren hebben gekost en daarvoor had de gehaaste besteller geen tijd. Dan volgden vertrekken in vrijwel alle stijlen die de historie had opgeleverd: salons in den trant van Frans I en Lodewijk XV, een bibliotheek in Lode- wijk XVI-stijl, een jachtkamer in laat-gothieken smaak, een Moorsche biljartzaal, een eetvertrek op zijn Oud-Hollandsch, alles zeer consequent uitgevoerd en naar oude voorbeelden gestoffeerd en gemeubileerd. De Fransche firma Damon Go leverde het geheel, tot de betimmeringen en de plafonds toe, kant en klaar af, zoodat terstond na de plaatsing de schilders konden komen en men niet behoefde te wachten op het drogen van het stucadoorswerk en dergelijke omslachtige dingen meer. Want geduld had Van Loon niet. Snel moest het werk worden afgemaakt. In April 1886 werden de fundamenten van het huis gelegd, in het voor jaar van 1888 was het reeds geheel gereed. Toen Hydepark nieuw was stonden de bezoekers perplex van de overdaad der „sierlijke vormen" van kapiteelen, en piëdestals, consoles, luchters en lichtkronen, glas in lood, tegels enz. En nog meer bewonderde men de hoogst moderne technische installaties die in overvloed waren aangebracht: huistelefoon, warmwaterleiding, badkamers, kook- toestellen voor het conserveeren van vleesch, visch en andere spijzen, centrale verwarming in huis, broeikassen en tuigenkamer, een uit Engeland be stelde stalinrichting, ja zelfs een eigen electrische centrale en een privé watertoren met bijbehoorend 169

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 185