is thans een kalig grasveld, dat ietwat armetierig
aandoet. Een voorbeeld van vergane grootheid,
doch een belangwekkend voorbeeld!
Een heele reeks van vierkante kasteeltorens of
torenkasteelen sluit bij Natewisch aan. Ten westen
van Utrecht, in de buurt van Vleuten, staat de
ruïne van het huis Den Ham; ook dit een donjon
die beroofd is van zijn bijgebouwen maar die daar
door des te duidelijker zijn eigen vormen laat zien.
Ten zuiden van de stad vindt men in het dorp
Cothen het huis Rijnestein (afb. 2) of de Nes, even
eens een zwaren vierkanten woontoren, omgeven
door een gracht en versterkt door een verdedigbare
voorpoort. De vroegste berichten omtrent het
huis stammen uit het Begin van de 14de eeuw, doch
de donjon was waarschijnlijk nog wel wat ouder.
Rijnestein is herhaaldelijk door oorlogen geteis
terd, maar de kern, de toren, benevens de voor
poort met een aardige gevel (uit de 17de eeuw)
bleven tot op heden gespaard. Het woonhuis dat
tegenwoordig tegen den donjon staat werd ge
bouwd in 18731874. Driejaar later heeft men,
ter wille van de symmetrie, aan de andere zijde
van het eigenlijke huis nog eens een vierkanten
toren opgetrokken.
Van hetzelfde type, doch tegenwoordig geheel in
een modern huis opgenomen, is de oude toren van
Lunenburg. Het zware vierkante gevaarte, voorzien
van kanteelen en met buitengewoon kleine ven
sters, rees oorspronkelijk uit het water van een
tamelijk breede slotgracht op (afb. 3)Een houten
brug verbond den toren met het voorplein. In
1279 wordt het kasteel voor de eerste maal ver
meld, als bezit van Pontiaen van Zyll. Lang bleef
het goed in zijn familie. Op Zaterdag na Sint
Servaes van het jaar 1400 werd zijn achterklein
zoon ermee beleend en het is belangwekkend te
2