gevels van deze huizen waren doorgaans vlak be
handeld met een sobere decoratie van erg platte
pilasters en banden met klassicistische ornamenten
als rozetten en palmetten. De pilasters en orna
menten werden geel of grijs geverfd, de muren
waren van grauwig-rooden baksteen of, nog saaier,
grijs gepleisterd, evenals veel 19de eeuwsche hui
zen in het nabijgelegen Utrecht. Bij uitzondering
kreeg een villa wel eens, op zijn Belgisch, een be
paalde opvallend gekleurde saus, zooals het borst
plaat-roze Wulpenhorst bij Zeist, dat door zijn
dwaas koloriet nog steeds de aandacht trekt. De
witte of crême-kleurige bepleistering die in Neder
land nog steeds veel buitenhuizen bedekt (in de
Stichtsche Lustwarande o.a. Aardenburg, Blikkenburg,
De Horst, Kraaijbeek, Ma Retraite, Schoonoord, Sparren
heuvel en vroeger ook Oostbroek) was, evenals trou
wens het vervelende grijze cement, een erfenis van
den Empire-stijl, die door pleisteren van den bak
steen het effect van den in Frankrijk en Italië ge-
bruikelijken natuursteen wilde nabootsen.
Gaande van Utrecht in de richting Doorn is
Sandwijck (afb. 28) de eerste vertegenwoordiger van
het hier beschreven soort van buitenhuis. Het is
fraai gelegen, spiegelend in het water van de
tusschen 1628 en 1640 gegraven Biltsche Grift en
omgeven door een ruim Engelsch park. Eens be
hoorde dit park tot het aangrenzend goed Het
Klooster, dat in het tweede kwart van de 19de eeuw
het eigendom was van de familie Van Boetzelaar.
In het vroeger uitgestrekte bosch van de oude be
zitting werd Sandwijck als woning voor een lid
van de familie gezet. Opvallend voor den stijl
van het huis zijn het betrekkelijk frissche geel en
het donkerrood der muren, kleuren die treffend
afsteken tegen het groen der omringende gazons en
boomgroepen. Later zijn de beide buitens van
elkaar gescheiden waardoor althans het westelijk
J57