heeft in de laatste jaren het schoone aspect van deze
breede opzet helaas eenigszins bedorven.
Ook het park van Sterkenburg werd vernieuwd en
voorzien van een aardigen bloementuin. Dat van
Sandenburg onderging een algeheele wijziging,
evenals het huis. Grasperken en bloembedden
werden er aangelegd in rijke, soms zelfs wel wat
overdadige verscheidenheid. De in het midden van
de vorige eeuw gepoote boomen, vooral eiken en
beuken, prijken thans, na ongeveer honderd jaar,
in hun weligste pracht en bekoren den bezoeker,
ook al behooren zij eigenlijk niet in dit kleiland
thuis.
Verder werden de parken van Moersbergen en
Doorn, die reeds voor een gedeelte op het zand
lagen, naar den smaak van den tijd veranderd,
maar enkele rechte lanen uit de oudere periode
bleven hierbij behouden.
Intusschen waren aan de grens van het lage land,
op den zandgrond zelf enkele nieuwe buitenplaat
sen ontstaan, die in het zesde hoofdstuk reeds ter
sprake kwamenSparrendaal, Dennenburg, Broek-
bergen, enz. Het aspect dat deze opleverden viel
buitengewoon in den smaak. Want hier waren de
nieuwe idealen toegepast op den grond waar zij
thuis behoorden! Nu ging men inzien dat het
bosch op de vochtige klei eigenlijk niet paste, dat
een dergelijke aanleg toch niet goed met de roman
tische principes strookte. Wie een buitenplaats
wilde stichten deed dat daarom voortaan op den
Utrechtschen heuvelrug. ,,La terre commence au
Bilt" moet Lodewijk Napoleon eens gezegd hebben
op een tocht van Den Haag naar het Loo, beu als
hij was van al het vlakke land, waaraan hij niet
gewend was, maar vooral, dat geen mode meer was.
De lage landen geraakten vergeten. Slechts wie
door erfenis toevallig een huis aan de Langbroeker
Wetering bezat, bleef dat bewonen ofverwaar-
142