van Brunswijk te Genève. Het is ook even onver
kwikkelijk. Binnen gothieke omlijstingen zijn op de
zes zijden in relief zeer realistisch uitgewerkte
voorstellingen uit het leven van Schaepman aan
gebracht, in flagrante stijl-discrepantie met de
omlijsting, hetgeen slechts eenigermate verzacht
wordt door de schaduwlooze ondiepte waarmee
alles is behandeld en door het eentonige grijze
materiaal, waarin het geheele monument is uitge
voerd. Het eenige kleurverschil vormen de dofgeel-
geverfde achtergronden der reliefs. Bovenop, als
bekroning, doodt sint Michaël den draak. Dat het
gedenkteeken voor mgr Schaepman zoo ongeluk
kig is uitgevallen, is verklaarbaar. De neo-gothiek
maakte in Nederland maar een korte periode van
bloei door. In 1909 was die al lang voorbij. Maar de
katholieke kerk heeft, begrijpelijkerwijze, graag
willen vasthouden aan den stijl die zoo sterk aan
den grootsten tijd van haar bestaan herinnerde.
Dat is haar niet gelukt. De „gothiek" die na het
derde kwart van de 19de eeuw ontstond was uit
den tijd en daarom gewoonlijk tot mislukken ge
doemd. Zij leefde niet meer in de geest van hen die
leiding gaven. Met de algemeene daling van de be
langstelling voor het christelijk geloof in den loop
van de 19de eeuw ging de neo-gothiek te gronde.
Een tijdlang nog leidde zij een kwijnend bestaan,
in het leven gehouden door krachten van tweeden
en nog minderen rang.
138