eeuwen en omringd door enkele boomen, verhoogt de charme die dit kerkje zonder twijfel bezit. Het laatste neo-gothieke monument dat wij moe ten noemen is het gedenkteeken voor mgr dr H.J.A. M. Schaepman (afb. 24) uit 1909; op zichzelf de uiting van een bepaalden tijd en een bepaalde sfeer, even merkwaardig misschien als de kerk te Zeist, maar zeker heel wat minder geslaagd. Het Groot- Seminarie van Rijsenburg, in het gezicht waarvan het gedenkteeken is opgericht, is gebouwd in een stijl die van de neo-gothiek is afgeleid, maar het kan daar toch niet meer toe gerekend worden. Het werd gesticht in 1853 tijdens het episcopaat van mgr Zwijsen, aartsbisschop van Utrecht. Wèloverdacht is het daar neergezet, aan het eind van een weiland, midden in het prachtige bosch van het buiten Sparrendaal, dat het aartsbisdom daartoe in 1848 had aangekocht. Het huis Sparren- daal werd een tijd lang de verblijfplaats van den bisschop, wanneer die in Utrecht vertoefde. Later, toen de prelaat zijn zetel van Haaren in Noord- Brabant naar Utrecht overbracht, werd Sparren- daal verhuurd, o.a. aan den heer en mevrouw Van Vollenhoven-de Bourbon, die er menigen hoogen binnen- en buitenlandschen gast ontvingen. Het monument voor Schaepman (18441903), die als hoogleeraar in de kerkgeschiedenis aan het Groot-Seminarie te Rijsenburg, verder ook als dichter, politicus en sociaal voelend en handelend mensch groote faam heeft verworven, is opgesteld in een klein, daartoe aangelegd park aan den groo- ten weg, precies in de as van het seminarium waar hij doceerde. Naar den vorm is het een navolging van de Scaliger-graven te Verona, die omstreeks de eeuw-wisseling een buitengewone populariteit genoten en dikwijls gecopieerd werden. Men kan het vergelijken met het eveneens naar Veroneesch voorbeeld opgerichte gedenkteeken voor den hertog 137

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 149