middeleeuwen en renaissance, werd onder het
motto „monumentaler" regelmatiger gemaakt en
verloor daardoor veel van zijn oude charme. De
17de eeuwsche vensters met kruiskozijnen en on
derluiken bleven gedeeltelijk behouden; hier en
daar werden ook, ter wille van den regelmaat,
nieuwe aangebracht naar het voorbeeld der oude.
Andere werden in neo-gothieken trant gewijzigd,
o.a. die in den ouden, in Gelderschen renaissancestijl
met overhoeks gestelde pijlertjes bekroonden trap
gevel naast de ingangspoort. De muur met kan-
teelen langs de binnenplaats en de ronde zij toren
werden nieuw opgemetseld; de vierkante hoek
toren werd verlaagd. De houten brug werd door
een steenen vervangen. Veel ouds verdween, veel
namaak-ouds verscheen. Regelmatig doch dood
van lijn was het nieuwe dak. Naar het voorbeeld
van Beverweerd en Sandenburg werden de muren
van Moersbergen gepleisterd, zoodat van het
oude huis weinig meer te zien overbleef. Ook het
interieur is ingrijpend veranderd. Als geheel werd
het aspect ervan niet beter door alle veranderingen,
ook niet nadat de muren weer afgebikt waren.
Ten gevolge van de ondergane behandeling bleven
zij dood en kleurloos. Het huidige geslacht kan
daarom den toenmaligen eigenaar, mr Vincent
Matthias baron d'Ablaing van Giesenburg, be
zwaarlijk dankbaar zijn voor alle moeite, die hij
zich voor zijn kasteel heeft gegeven. Toch ging on
danks alles het middeleeuwsche aanzien van het
slot niet geheel verloren. De gracht bleef gespaard,
maar zij werd vergroot tot een grillig-slingerende
vijver, die haar het oude karakter vrijwel geheel
ontnam.
Kleinere werken in neo-gothieken stijl in zuid-oost
Utrecht waren de verbouwing van Hinderstein
in 1847, die wij reeds in ons tweede hoofdstuk
vermeldden, de restauratie van den toren van
135