iets met de gothiek had uit te staan als zijn voor
ganger! Aan den eenen kant sloot het aan bij den
middeleeuwschen donjon, die natuurlijk intact
werd gelaten, zij het niet ongerestaureerdaan de
andere zijde stond een vierkante toren die op de
plaats van een soortgelijke uit de middeleeuwen
geheel nieuw werd opgetrokken. Overal werden
groote ramen met spiegelruiten aangebracht en op
verschillende plaatsen balkons die het nieuwe ge
bouw ongetwijfeld prettig bewoonbaar en tot een
werkelijk buitenverblijf -Kneppelhout woonde
des winters te Utrecht maakten. De onregel
matige vorm van den plattegrond werd geïmpli
ceerd door de oude slotgracht, die gespaard
bleef. Zij is, tezamen met den ronden toren, de
oorzaak dat het nieuwe gebouw ondanks het feit
dat de stijl ervan met de middeleeuwen niets te
maken heeft, dat de kleur van den baksteen hope
loos detoneert met die van het oude gedeelte, dat
de neo-gothieke brugleuningen met zink zijn afge
werkt en dat de decoratieve détails ons hoogst on
gelukkig voorkomen, toch even een vleugje van ge
voel voor de traditie en de oude waardigheid van
het kasteel bij den beschouwer doet opkomen.
Want dat breede omringende water met zijn om
lijsting van riet en waterlelies vat alles tezamen, het
leelijke nieuwe en het mooie oude: de toren die
over het geheel domineert, isoleert het slot, voor
hem die het nadert, van de omgeving zooals een
middeleeuwsch kasteel geïsoleerd behoort te zijn.
De fraaie parkaanleg van Sterkenburg doet het
overige.
Het vierde kasteel in zuid-oost Utrecht dat in de
19de eeuw, omstreeks 1860, in historiseerenden
trant werd veranderd was Moersbergen (afb. 22) ten
noordwesten van Doorn. Het schilderachtige com
plex met zijn vele aanbouwsels, torens en hooge
daken voorzien van talrijke schoorsteenen uit
134