behalve de torens, het middeleeuwsche karakter
van het slot nog aan de buitenzijde markeerde.
Het iets later aangebrachte gothieke decoratiewerk
in de hal en in sommige vertrekken moest dit
verlies van het oude cachet ietwat „vergoeden".
Een breede dubbele trap met ruim bordes voerde
naar de voordeur. Zij verving een enkele steile
trap van voorheen. Monumentaal was de aanleg
van dit waarlijk vorstelijke complex, groot de
ruimtewerking van het uitwendige maar vooral
ook van het interieur. Handig zijn de verschil
lende bestaande deelen uit de middeleeuwen in
het nieuwe geheel gebruikt. Bezwaarlijk waren
slechts de talrijke sporen van vroegere aanbouwsels
en ramen, togen en lijsten in de oude baksteenen
muren. Dit euvel werd weggewerkt door een vol
ledige bepleistering van het huis, die het alge-
meene aspect ervan bovendien nog meer eenheid
gaf. Doch fraai is, naar onzen smaak, de grijze
kleur van het, volgens den in het midden van de
19de eeuw schrijvenden N. van der Monde ,,in-
en uitwendig prachtig versierde" neo-gothieke
Beverweerd niet. Op het oogenblik wordt daarom
geprobeerd de oude mooie warm-roode baksteen
weer tevoorschijn te halen. Of dit plan gelukkige
resultaten zal opleveren moeten wij afwachten.
De wijzigingen die baron Van Heeckeren liet aan
brengen waren dus omvangrijk. Het in 1835
begonnen werk werd dan ook pas in 1862 voltooid.
Als herinnering hieraan is, toen de voornaamste
verbouwingen achter den rug waren, in de gothieke
nis boven de voordeur het volgende opschrift
aangebracht: „MCC was ik reeds gesticht
MDCCCXXXVI ben ik door H. J. C. E. baron van
Heeckeren heer van Enghuizen, Beverwaerd, Odijk
enz. verbouwd". Daarboven in kleuren de wapens
van Nederland, Beverweerd en Heeckeren. Vreemd
doet het aan te vernemen dat de eigenaar, na zoo-
131