derlandsche elementen hierbij aan te wijzen. De heer en mevrouw Van Oosthuyse overleden in 1818 en 1846 en werden in de kerk die hun stichting was, begraven. Zij lieten één dochter na, echtgenoote van Jacobus. Josephus baron van Rijckevorsel. In 1863 hebben de nazaten in de kerk een grafmonument voor de Van Oosthuyses opge richt in klassicistischen stijl met een romantischen inslag. Het werd vervaardigd door den Belg Ducasu. Voor de familie Van Rijckevorsel werd in 1859 door den Utrechtschen beeldhouwer E. F. Georges een grafsteen gemaakt die achter de kerk een plaats vond. Over de tombe is als het ware een groot kleed met zware franje geworpen. Het is kunstig werk, maar is het ook kunst? Sparrendaal (afb. 15), de woning van Van Oost huyse, veranderde intusschen niet noemenswaar dig. Het huis was hem blijkbaar modern en fraai genoeg om ongewijzigd te blijven en toch alle grootheden met wie hij als leverancier van het leger in aanraking kwam, op passende wijze te ont vangen. En het aantal zijner gasten was niet ge ring. Wij noemden reeds generaal Marmont die in 1805 in het Utrechtsche verblijf hield. Op 5 October 1806 kwam de pas nieuwe koning van Holland Lodewijk Napoleon de te Zeist gelegerde Fransche en Nederlandsche troepen inspecteeren. Na afloop van de plechtigheid begaf hij zich met het gevolg dat hem vergezelde naar Sparrendaal, waar een luisterrijke maaltijd te zijner eere was aangericht. Het huis was bij deze bijzondere ge legenheid prachtig verlicht, zoowel aan de voor als aan de achterzijde, met „gecouleurde glazen" waarin de wapens van den vorst en Rijsenburg prijkten benevens allerlei opschriften en symboli sche voorstellingen. Vóór het bordes was een eere poort opgesteld, behangen met mos en eikenkran- sen en gedecoreerd met nationale vlaggen. De 121

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 131