eerst op een vrij breed recht stuk weg. Dan vindt de blik de ruimte, langs de in een wijden boog aan beide zijden van het plein uitzwaaiende hui zenrijen, en tenslotte, voortgaande, verliest het oog van den bezoeker zich via de laatste woningen, die loodrecht op het kerkplein langs den grooten weg zijn geschaard, in de verte van de beboomde straat. Alle huizen zijn in denzelfden stijl als de kerk gebouwd, van baksteen met lichtgekleurde lijsten en met boogvormige ramen en deuren. Zij hebben slechts één verdieping om de kerk hooger te doen schijnen dan zij in werkelijkheid is. Er heerscht hier een harmonie die door de goede ruimtewerking en verhoudingen niet tot eentonig heid vervalt. In den laatsten tijd is deze harmonie helaas geschonden door de verbouwing van ver schillende dezer woningen tot winkels en een restaurant. Ook de huidige beplanting met boomen is niet gelukkig. Het bouwsysteem, dat Tollus toepaste, was geen eigen vinding. Langen tijd bestond reeds, zooals wij in het vorige hoofdstuk al zeiden, de behoefte om in den stedebouw tot grooter eenheid te geraken. Vooral in Frankrijk hadden velen over dit onder werp hun gedachten laten gaan. De aansluiting van woonhuizen om een kerk als centrum en het probleem hoe de onderlinge hoogteverhoudingen het gunstigst te laten uitkomen, was een van de punten die hierbij telkens weer naar voren kwam. In practijk gebracht waren deze theorieën in Frankrijk vooral in steden die in de 18de eeuw sterk waren uitgebreid, b.v. in Metz. Nu Frankrijk geheel West-Europa ging overheerschen werden zij alom verbreid, in Nederland evengoed als in Italië. Zoo kan men in den aanleg van Rijsenburg een stukje Fransch imperialisme uit de Napoleontische aera zien, ook al blijven, in het bijzonder in de toepassing van den onbekleeden baksteen, Ne- 120

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 130