nieert het huis met zijn strenge lijnen, zijn lage, als rustica behandelde benedenverdieping, zijn for- sche peristyle en zijn beide gebogen buitentrappen buitengewoon goed bij de losse lijnen van het Engelsche park. Juist door deze omgeving, alsook door de strengheid en de algeheele soberheid doet het, ondanks zijn Franschen inslag, ook denken aan de Engelsche buitenplaatsen, waarin de klassie ke stijl altijd in eere was gehouden. Als zoodanig staat het in Nederland niet geheel alleen, in zuid oost Utrecht echter wel. Een tijdlang was Broekhuizen witgekalkt volgens de gewoonte van de Empire, die hiermee het effect van den in Frankrijk en Italië gebruikelijken na tuursteen trachtte na te bootsen. Thans is het grijs gepleisterd. Op 5 October 1906 is het huis afgebrand, doch spoedig daarna werd het in zijn oude vormen hersteld. Vóór het gebouw was vroeger een hertenkamp ge legen; tegenwoordig is deze verdwenen. Wel vindt men nog aan den ingang de sfinxen en verderop in het park de vazen van wit marmer, die mr Van Nellesteyn in Italië (het stamland van de Empire!) bestelde ter opluistering van zijn landgoed. Ooste lijk van het groote, voor het huis zich uitstrekkende grasveld staat de oude oranjerie, eveneens in klassicistischen stijl opgetrokken met zuilen en standbeelden. Recht vooruit ziet men in de verte op den Donderberg het grafmonument dat Van Nelle steyn voor zijn familie liet oprichten. Een zeer zuiver staal van Fransch-Italiaanschen Empirestijl, een van de merkwaardigste in geheel Nederland, is dit gedenkteeken (afb. 17). Jan David Zocher, een architect uit Haarlem 1790 1870) die te Parijs gevormd was door Hippolyte le Bas en die daarna, van 1810 tot 1814 in Italië studeerde, bouwde het in de jaren 1818-1819. Op den hoogen toen nog bijna kalen heuvel verrees 114

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 124