even voorbij Oud-Amelisweerd gelegen, is Rkij-
nauwen (afb. 14), oorspronkelijk een ridderhofstad
uit de 14de eeuw. In 1450 is het door de Utrecht-
sche burgers verbrand maar eenige jaren later werd
het op kosten van de stad herbouwd met torens
en tamelijk groote woonvleugels.
Deze drie op een rij in het kleiland gelegen buitens
uit de middeleeuwen vormden het verlengde van
den geliefden kasteelen-weg langs de Langbroeker
Wetering. Doordat zij dichter bij de hoofdstad van
het Sticht lagen werden zij echter in later eeuwen
niet, zooals de Neerlangbroeksche huizingen, ver
geten, maar bleven de volle belangstelling van de
stedelingen genieten. Uit de geschiedenis van Oud
en Nieuw-Amelisweerd bleek dit reeds en zal in het
volgende hoofdstuk nog verder blijken. Het nauwst
van de drie werd echter Rhijnauwen met Utrecht
verbonden, vooral sedert de stad in 1920 het goed
van de familie Strick van Linschoten aankocht.
Voorzien van een tennispark en een theeschenkerij
vormt het buiten thans een van de weinige open
bare wandelplaatsen die Utrecht rijk is. Het huis,
waarin een jeugdherberg is gevestigd, is niet meer
de ridderhofstad uit de middeleeuwen maar een
blokvormig gebouw van het gewone 17de en 18de
eeuwsche type stadshuis-buiten, vier ramen en
een voordeur breed. De ligging tusschen de hooge
boomen aan een liefelijken bocht van den Krom
men Rijn verleent een eigen charme aan het sobere
doch waardige donkerroode gebouw. Het ernaast
gelegen poortgebouw dateert uit de 19de eeuw.
Zuiver de vormen van het breede stadshuis-buiten
vertoont Sparrendaal (afb. 15), gelegen aan den
grooten weg van Utrecht naar Arnhem tusschen
Driebergen en Rijsenburg. De vorm voorspelt
reeds dat de stichter tot de regentenklasse behoor
de: het was de Utrechtsche burgemeester mr
Jacob van Berck. Een variatie op het oude thema
104