die alle in Nederland werden uitgegeven, hoewel
ze in de Fransche taal waren geschreven. Beroemd
was vooral zijn boek „Des Jacinthes, de leur
anatomie, reproduction et culture" (Amsterdam
1768), het beste werk dat in dien tijd het licht zag
over een onderwerp dat ook na de groote specula
ties in hyacinthenbollen van 1734 tot 1736 nog ge
durende de geheele 18de eeuw buitengewoon veel
belangstelling trok. Als zooveel van zijn tijdge-
nooten legde ook De Saint Simon zich met groote
hartstocht toe op het kweeken van hyacinthen,
voor welk doel hij een tuin buiten Haarlem bezat.
Op Nieuw-Amelisweerd achtte hij de grond daar
voor waarschijnlijk niet geschikt. Bloementuinen
schijnen vóór de 19de eeuw trouwens over het ge
heel zeldzaam te zijn geweest in zuid-oost Utrecht.
Zelden wordt er tenminste in de literatuur bij
zondere aandacht aan gewijd.
Op het naast Nieuw-Amelisweerd gelegen Oud-
Amelisweerd (afb. 13) werd in 1770 een groot modern
huis gebouwd, soortgelijk aan dat van den buur
man, doch iets strenger van vorm. Het initiatief
hiertoe werd genomen door Gerard Godard baron
Taets van Amerongen, die reeds eerder het park
op onbekrompen wijze nieuw had laten aanleggen
volgens de laatste mode. De tegenwoordige be
zoeker vindt rondom de beide buitenplaatsen een
hoog opgaand bosch in Engelschen stijl met slinge
rende paden en uitzichten over de eromheen en
ertusschen gelegen weilanden. Maar hier en daar,
vooral aan de randen, bleven resten van de oudere
situatie met lange rechte lanen gespaard. Twee
daarvan, aan den noordkant van Oud-Amelis-
weerd, geven een ver uitzicht op den Utrechtschen
Domtoreneen goed voorbeeld van een laat 17den
eeuwschen aanleg gecomposeerd om een bepaald,
opvallend richtpunt.
Een derde landgoed aan den Krommen Rijn,
103