voornamer plaats innemen. Het moment komt, dat het met
de turfwinning gedaan is. En wanneer de laatste turf is
weggevoerd langs de met het oog op de vervening gegraven
kanalen, komen er voor de landbouw zeer geschikte gron
den vrij, de zogenaamde „dalgronden".
Deze dalgrond ontstaat als volgt. De zandige ondergrond,
die bloot komt als de turf is weggegraven, wordt vermengd
met de overgebleven „bolster", de bovenste veenlaag, die
voor turf ongeschikt is en ter plaatse bewaard wordt als
humus-vormend element voor de te cultiveren dalgronden,
goede landbouwgrond, uitermate geschikt voor het ver
bouwen van fabrieksaardappelen en granen.
In afwijking van de bedrijven op de zandgronden, waar
landbouw en veeteelt tezamen worden beoefend, komt vee
teelt op de veenkoloniale bedrijven praktisch niet voor.
Alles is er ingesteld op de landbouw. De bedrijven werken
efficiënt. Het veenkoloniale landbouwbedrijf draagt een
bijna industriëel karakter. Het veenkoloniale landbouw
gebied ten oosten van de Hondsrug is verwant met en te
vens georiënteerd op de Groninger veenkoloniën langs het
Stadskanaal. De Groninger invloed is er overal merkbaar.
Ook hier, evenmin als bij de oude esdorpen, laten neder-
zettingsvorm en agrarische opzet zich scheiden. Ook hier
zien we, dat een dorp niet maar een willekeurige groe
pering is van wat huizen. Steeds wordt, hoe vrij de opzet
overigens ook is, voor een bepaald geval een bepaald
kolonisatie-schema gekozen. En juist bier in deze veen
koloniale dorpen, die nog pas zo kort geleden werden ge
sticht, treedt duidelijker nog dan elders naar voren, hoe
een bepaald dorpstype ontstond en gegroeid is. Men ziet
hier duidelijk het nauwe verband tussen de aanvankelijke
opzet der vervening en de latere dorpsvorm. Men kan hier
constateren hoe ook de in een bepaalde periode heersende
maatschappelijke en politieke inzichten in dit geval die
van het liberalisme, dat de vrije beweging der maatschap
pelijke krachten, ongehinderd door overheidsingrijpen,
voorstond hun stempel drukken op de ontwikkeling der
nederzettingen. Ook valt het op, dat naarmate de samen-
91