HOOFDSTUK V HET STREEKDORP Het dorpstype, dat in dit hoofdstuk zal worden bespro ken, wijkt wat zijn opzet betreft volkomen af van de oude Drentse esdorpen der zandgebieden. Was het esdorp in wezen onregelmatig, het streekdorp heeft daarentegen, om het maar zo uit te drukken, een mathematisch uitgangs punt. Het is gecomponeerd op een rechte lijn of tenminste op een lijn, die de rechtheid zoveel mogelijk benadert. Want we moeten hier in het oog houden, dat de natuur zelf rechte lijnen eigenlijk niet kent, terwijl toch de kolo nisatoren van het streekdorp zoveel mogelijk directe aan sluiting zochten bij de natuurlijke gesteldheid van het ter rein, waar ze hun nederzetting wilden stichten. Praktisch steeds was het het verloop van een stroompje of een weg, dat in eerste aanleg aangaf in welke richting het streek dorp zich zou uitstrekken. Ik kom daar hieronder nog na der op terug. Bij de bestudering van de Drentse streekdorpen valt het op, dat deze nederzettingsvorm uitsluitend voorkomt langs de randen der provincie. Dit verschijnsel is zo duidelijk, dat het zeker niet aan het toeval kan worden toegeschreven. Het valt samen met een ander verschijnsel en wel dit, dat de randen van de provincie overal lager liggen dan het midden. In het midden ligt, met als kern het Ellertsveld, het Drentse plateau, dat via tal van stroompjes naar de randen afwatert. De rand-gebieden van de provincie zijn dus niet alleen lager maar ook vochtiger dan het zandige midden. Bij de bespreking der esdorpen is naar voren ge komen, dat de stammen, die zich het eerst in Drenthe een woonplaats kozen, beslag hebben gelegd op de hoge en droge zandgronden, liefst wel natuurlijk in de nabijheid van een beekje of een plas, die zij in verband met de be hoefte aan drinkwater niet konden missen, maar toch, wat de structuur van hun nederzetting betrof, praktisch los 79

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 85