dominee woonde en de wijkverpleegster, de diverse ambte
naren, de dokter, de veearts en de notaris, waar de gemeen
schappelijke zuivelfabriek stond en de coöperatieve silo en
malerij. Wanneer men dan nog in aanmerking neemt, dat
het leven steeds gecompliceerder is geworden, dat het
steeds meer specialisering vroeg, dat zich steeds meer ver
schillende vakmensen kwamen vestigen en dat ook de win
kels zich steeds verder gingen specialiseren, dan wordt het
duidelijk, dat het vroegere boerendorp een geheel nieuw
karakter krijgt.
Er is nog een factor, die daaraan meewerkt. Vroeger was
een Drents dorp een afgesloten gemeenschap. Alleen de
dominee en de schoolmeester werden door de wereld daar
buiten „geleverd". De overige bevolking was geheel in
heems. Ook hierin kwam een grondige ommekeer. De vele
nieuwe communicatie-middelen en de specialisering der be
roepen hebben de intercommunale en interprovinciale mi
gratie in hoge mate in de hand gewerkt. Van de niet-boe-
ren, die zich in de dorpen vestigden, waren velen niet-
Drent. En ook op de nieuwe ontginningsboerderijen vestig
den zich veel Groninger veenkoloniale boeren. De invloed
der veenkoloniale landbouw was sterk. En al deze impul
sen van buitenaf deden vanzelfsprekend duidelijk hun in
vloed op de Drentse bedrijven en in de Drentse dorpen
gelden.
Het aanzicht van het Drentse esdorp en van heel het Drent
se landschap is door al deze veranderingen en nieuwig
heden sterk veranderd. En het zal nog verder veranderen,
want de ontwikkeling, die al deze veranderingen heeft ver
oorzaakt, staat nog steeds niet stil. De wetenschap gaat
door met het doen van nieuwe ontdekkingen. In maat
schappelijk en economisch opzicht voltrekken zich ingrij
pende wijzigingen. De culturele ontwikkeling is nog on
duidelijk.
De menselijke nederzetting is een weerspiegeling van het
leven, dat er zich voltrekt. Dit geldt voor de stad, maar
evenzeer voor het dorp. Zolang het leven voortglijdt langs
lijnen van geleidelijkheid zal zich deze rust in het dorps-
75