HOOFDSTUK I DRENT HE Also many a scene that looks desert and rock- bound from the distance will unfold itself, when visited, into a rare valley. Th. Carlyle, Sartor Resartus. Drenthe, voor hoevelen is het niet meer dan een naam; dan een klank, die uit de schooljaren is blijven hangen. Drenthe, de voorstelling die men er zich van maakt wan neer men al zover komt er zich een voorstelling van te ma ken is die van een land van hei en struiken, van barre zandgrond, waar rogge en aardappelen, en ja, ook boek weit wordt verbouwd; van een land, beroemd om zijn turf arm, berooid, somber, ver en onbekend. Het is nog weinig anders als vroeger, toen, in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Drenthe het stiefkind was, te onbelangrijk om het als achtste in de rij der zeven souvereine gewesten op te nemen. De 17de eeuwse schrijver over Drenthe, Picardt, heeft het destijds reeds treffend gezegd: Drenthe was ook oudtijds niet de „bruid, waarom gedanst werd!" Ook thans kent men Dren the nog nauwelijks en daarom miskent men het vaak. Hoezeer is het boven dit hoofdstuk geplaatste motto op Drenthe van toepassing! Want het moet gezegd: Drenthe spreekt niet gemakkelijk aan. Het is niet „vlot" in de mo derne, stadse zin van het woord. Het levenstempo is er langzaam; het is bedachtzaam, soms zelfs traag. Drenthe komt niet uitnodigend tot U. Het wil veroverd worden. Niet echter met geweld of onstuimigheid. Ga er vooral niet heen met het air van de veroveraar. De ontvangst zal U niet meevallen. Neen het wil niet veroverd worden met ge weld, maar wel met vriendschap en toewijding. Laat U dit gezegd zijn, wanneer U er heen gaat. Wanneer ge als gast het Drentse land binnentrekt, gedraagt U als gast, en ge 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 7