67 de grond. Hun takken onderscheppen het zonlicht. Onder bomen wil niet al te veel groeien. Gelukkig begint daar tegenover toch weer enig besef te dagen, dat bomen in de natuur ook wel een nuttige functie hebben, als beschutting tegen de wind, die op de zandgronden zo gemakkelijk zandstormen veroorzaakt, als broedplaats voor nuttig ge vogelte. Bovendien heeft men minder belangstelling voor bomen omdat men ze niet meer, zoals vroeger, direct nodig heeft voor timmerhout. De timmerman levert tegenwoordig planken, geschaafd en wel, in elk gewenst formaat. Een paar elzen uit zijn groenland, wat van dunning afkomstig hout uit de naburige uitgestrekte staatsbossen, verschaffen de boer de nodige hekkepalen en ander geriefhout. Nu de gehele betimmering van zijn boerderij van klaargekocht vurenhout wordt gemaakt, hebben de eigen eiken veel van hun waarde voor hem verloren. Populieren bieden hem althans nog enig perspectief voor de verkoop. Dus wordt hij houtproducent en verbouwt populieren. De populier heeft heel andere eigenschappen dan de eik, niet alleen wat zijn hout betreft, maar ook wat zijn hele habitus aangaat. In zijn roman „Noorderlicht" heeft Bor- dewijk de populier als volgt gekenschetst: „Op kerkhoven groeit de popel, grafboom bij uitnemendheid, ook in groe pen nog op zichzelf gebleven, liefst niet rakend aan zijn buur, boom van vereenzaming, symbool van een laatste beslotenheid, die voor de levende mens ligt in zijn dood." Daarmee is deze boom treffend gekarakteriseerd. Als bin dend element heeft de populier weinig verdienste. Daar mee is ze als boom voor het Drentse dorp, dat juist zijn samenhang aan zijn beplanting pleegt te ontlenen, al min of meer veroordeeld. In ieder geval is de populier in dit opzicht de tegenvoeter van de eik. Lijkt U dit wat al te ver gezocht? Ik geloof, dat U ongelijk hebt. Elke boom heeft een eigen karakter, schept een eigen sfeer. Het Drentse dorp behoeft de sfeer van de eik en dan niet van de strikt in rij en gelid staande berm-beplanting langs een rechte weg, maar van verspreide groepen eiken. Veel nieuws vertel ik hiermee niet. Het is een oud recept.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 73