zekere hoogte was ook dit volgen van het oude wegtracé,
dwars door de dorpen, het bewandelen van de weg van de
minste weerstand en hier zijn de resultaten in onze ogen
nu weer minder bevredigend.
Hoe het zij, erg zuinig met grond is men in de Drentse
dorpen vroeger nooit geweest. De wegen werden royaal
aangelegd en op een pleintje of brinkje meer of minder
keek men niet. De bermen waren breed, de schapendriften
waren breed, de brinken ruim. Er was plaats voor beplan
ting, voor een groepje bomen, een struik, een haag. Men
hield van wat ruimte om zich heen. Ook de erven waren
ruim. Ze waren vrijwel steeds overvloedig met eiken be
plant, dikwijls zeer onregelmatig van vorm, met onder de
bomen bier en daar hulst en vlier. De onderlinge ligging
der boerderijen schijnt volkomen willekeurig. Enig plan
of schema is aan hun plaatsing nimmer te pas gekomen.
Niemand kan verklaren, waarom ze nu juist zó liggen.
Hier staan er twee of drie vlak op elkaar. Ginds ligt er
één ver van de anderen. De ene staat schuin op de weg, de
andere met de achterkant naar de straat gekeerd, vlak
tegen de verharding. Een derde ligt ver naar achteren,
achter een wijd grasveld met prachtige eiken omzoomd.
Wezup (gem. Zweeloo)
Door een asfaltweg in tweeën gekloofd,
64