het dorpsbeeld van het Drentse esdorp zeer kenmerkend
geweest. Elke boerderij ging er geheel onder schuil en
eigenlijk was het het dak, dat door zijn krachtige werking
de hoofdvorm van de gehele boerderij bepaalde. Dak
kapelletjes en tierelantijntjes kwamen er niet aan te pas.
Er waren niet anders dan de grote, vrij steil oplopende
dakschilden, neerdalend tot dicht aan de grond. Als een
grote stolp overhuifde het dak het leven, dat zich binnen
de boerderij afspeelde en overkoepelde het de ruimte, no
dig voor alle functies, die er in een boerderij te vervullen
zijn. Geschakeerd van goudgeel, via bruingrijs tot brons-
en mosgroen, heel dikwijls sterk „gelapt", waren het de
daken, die de kleur-indruk van het huis bepaalden. Juist
door zijn kleur kon het strooien dak zo volkomen opgaan
in het groen van het dorp en juist daardoor drongen, hoe
sterk hun vorm op zichzelf ook spreekt, deze oude boer
derijen zich nergens als een op zichzelf staande eenheid
naar voren. In het dorpsgeheel nam ieder voor zich genoe
gen met een ondergeschikte plaats. Tezamen bepaalden ze
echter volkomen de sfeer van het Drentse esdorp, een or
ganische, op de natuur afgestemde eenheid.
Maar, zoals we zagen, het stro is allengs uit het dorps
beeld zo goed als verdwenen. Het rieten dak kwam er voor
in de plaats. Het vertoont met het strodak een tamelijke
overeenkomst, al is het minder levendig, minder gescha
keerd. Daarnaast zien we de dakpan naar voren komen, in
hoofdzaak aanvankelijk de grijs-blauwe gebakken pan. De
ze kleur past het best in het Drentse dorpsbeeld, ze is neu
traal en dringt zich niet op. De rode gebakken pan werd
veel minder toegepast, in het Noorden meer dan in het
midden en Zuiden. Ze werd kennelijk te opdringerig be
vonden. Na de eerste wereldoorlog komt er plotseling een
invasie van een nieuwe pannensoort: de grijze cementpan.
Grauw en doods, bovendien plat en slecht van vorm was
ze nergens een verfraaiing. Op den duur bleek dit pro
duct gelukkig niet te voldoen. Het had allerlei slechte
eigenschappen en het wordt bij nieuwbouw gelukkig
weinig meer toegepast, ook al omdat vele gemeentelijke
60