te grote luxe. En zo bleven baksteen en gebakken dak pannen in het esdorp nog lange tijd een zeldzaam artikel. Op het eind van de 18de eeuw b.v. trof men in een dorp als Oosterhesselen nog geen enkele boerderij aan met bak stenen muren. Alleen de kerk was hier in baksteen opge trokken en de op enige afstand van het eigenlijke dorp gelegen havezathe een ridderhofstede de Klenke. Hoe bouwde men zijn boerderijen en boerderijtjes dan? Zeker niet, zoals wel eens wordt verondersteld, van heide plaggen. De plaggenhut mag dan een specifiek Drents ver schijnsel zijn, of liever gezegd geweest zijn, want in de tegenwoordige lijd zoekt men er gelukkig deze menson waardige holen tevergeefs, ze komt en kwam in de Drentse esdorpen niet voor. De plaggenhut is de arbeiderswoning der vroege veenkoloniën. Werd met de stichting van een nieuwe veenkolonie begonnen, dan bouwden de pioniers er in het veen hun plaggenhutten, die voor hen en hun gezin tot woning moesten dienen. Bij de boerenbehuizingen in de esdorpen echter werd een geheel andere bouwwijze toegepast. Hier was aanvankelijk de vakwerkbouw inheems. Het geraamte van de boerderij werd gevormd door een gebintenstelsel, twee aan twee ge koppelde staanders, waarop de dak-constructie aangebracht werd. Een enorm dak boven een betrekkelijk lage buiten muur, dat is de voornaamste indruk die zo'n oude boerderij achterlaat. Zo ergens, dan komt hier de beschuttende func tie van het dak wel zeer sterk naar voren. De muren vorm den niet meer dan een afsluiting. Ze waren gevormd door 56

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 60