53
speelt, in tegenstelling b.v. tot de veenkoloniale neder
zettingen, waar praktisch alle huizen en boerderijen langs
kanalen zijn gebouwd. Daarentegen is in het esdorp, zoals
reeds eerder werd opgemerkt, de invloed van het groen en
met name van de opgaande bomen van overwegende be
tekenis. De beplanting is er het eigenlijke bindende ele
ment tussen de onregelmatig neergestrooide bebouwing.
Deze bebouwing heeft aanvankelijk geheel uit boerderijen
bestaan. Later werden daar steeds meer landarbeiders
woningen, winkels en burgerhuisjes tussen in gebouwd.
Daardoor is het agrarisch stempel, dat aanvankelijk vol
komen was, in de achter ons liggende eeuw, voortdurend
minder geworden. Een belangrijk kenmerk van de esdor-
pen is voorts hun „openheid". Aaneensluitende bebouwing
hoort er niet thuis. Straatwanden en rijtjes huizen, waar
ze al voorkomen, zoals b.v. in Ruinen en Beilen en in
andere grotere en meer en meer verburgerlijkte dorpen,
zijn pas in later tijd ontstaan. Aanvankelijk stond elke
boerderij op zichzelf, op het eigen, met bomen beplante
erf. Al die losse boerderijen stonden, onderling verbonden
door het groen der vele eiken, in het dorpsverband bijeen,
verspreid langs een grillig net van wegjes. Van een straten-
net te spreken zou onjuist zijn, omdat een straat een aan
eensluitende bebouwing vraagt, een straatwand, die hier
volkomen ontbreekt. Al deze wegjes komen meestal samen
op of gaan uit van de één of meer brinken, die de meeste
van deze esdorpen bezitten. Deze brinken, hoewel men ze
niet in alle esdorpen aantreft, zijn over het algemeen toch
wel kenmerkend voor dit dorpstype. Het is geenszins on
waarschijnlijk, dat in die dorpen, waar men thans geen
brink meer aantreft, deze brink er toch wel geweest is,
maar in later tijd is verdeeld onder de aanliggende erven.
Zo is het, in jaren die nog betrekkelijk kort achter ons
liggen, in zekere zin ook gegaan met de brede schapen
driften, die van het dorp naar de heide voerden en waar
langs de schaapskudde, een log geheel, dat de nodige
ruimte behoefde, elke dag het dorp verliet. Naarmate de
kudden kleiner werden, totdat ze eindelijk geheel werden