land, het groenland, dat in een lange strook langs de stroompjes pleegt te liggen en dan de nodige „woeste grond". Deze „woeste grond" was hoofdzakelijk begroeid met heide. Hier en daar lag een zandverstuiving, begroeid met jeneverbes, een heideplas met wat berken er bij, een markebosje, waar boerengeriefhout werd gehaald, voor zover men aan de erf beplanting in het dorp niet genoeg had, tenslotte een paar veentjes, waar de boerschap zijn eigen turf groef. Een enkele opmerking over de essen, waaraan de esdorpen hun naam ontlenen. Er werd al eerder van verteld, dat ze steeds op de hoogste punten in het landschap liggen. Dit heeft tot gevolg, dat de afwatering nauwelijks problemen oplevert. Sloten of greppels komen in de essen praktisch niet voor. De talloze akkers, die in de wonderlijkste pa tronen door elkaar liggen, hebben onderling geen grens scheidingen, noch heggen, noch hekken, noch sloten. Slechts ligt op de hoekpunten een eenvoudige veldkei, die als grenssteen dient. Ook wegen zijn er vroeger niet op de essen geweest. In later tijd werden deze echter wel hier en daar aangelegd, maar ze horen er eigenlijk niet thuis. Van oudsher is het gewoonte geweest, een gewoonte, die tot in de vorige eeuw is blijven bestaan, met het bewerken of oogsten van de op de es gelegen akkers gelijktijdig te be ginnen. Op een sein van de „volmachten", de bestuurders van de marke, een hoornsignaal op de boerhoorn, trok de gehele boerschap er gezamenlijk op uit om de es te be werken of te oogsten. Dit was nodig, omdat er op de es geen wegen waren. Iemand, die een akker midden op de es had, kon deze alleen maar bereiken via de akkers van anderen. Dat de essen gezamenlijk werden bewerkt, be tekent niet, dat de grond nu ook gemeenschappelijk eigen dom was. Sinds mensenheugenis zijn de es-akkers in par ticuliere hand geweest, en na jarenlange strijd zijn de ge leerden het er thans minder dan ooit over eens, of het ooit anders was. Ik laat hier deze strijdvraag, die al tal van pennen in beweging heeft gebracht, maar rusten. Ze is voor ons van weinig betekenis. 49

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 53