42
aan de afwisselende grondsoorten, is hier tot een systeem
gemaakt. Men merkt in alles het fijn aanvoelen van de na
tuur en haar verschijnselen en verschijningsvormen door
hen, die zich hier vestigden. Deze oude Drenten verston
den het een natuurlijk landschap te creëren, èn een vol
komen aan de natuur aangepast dorpsbeeld.
Ook thans is dit nog zo. Wie in Drenthe reist, zal er zich
soms over verbazen, dat hij de dorpen eigenlijk pas ziet,
wanneer hij er vlak bij is. De oude en meestal ook de nieu
we boerderijen, voor zover ze in de dorpen gelegen zijn,
komen pas als men het dorp dicht genaderd is, uit hun
schuilhoek, onder het groen te voorschijn. Ze passen zich
volkomen aan bij de omringende natuur wat hun kleur en
dakbedekking betreft. Tussen eiken en populieren, vrucht
bomen en struikgewas liggen de dikwijls zwaar met mos
begroeide stro-daken, de grauw-verkleurde rieten daken en
de in hoofdzaak grauw-blauwe pannen-dakbedekkingen.
Een fel rood dak valt in een Drents esdorp bijna evenzeer
uit de toon als een dakbedekking van asbest-cement of me
talen golfplaten. Elke oud-Drentse boerenwoning, hoe
mooi ook, kenmerkt zich door een belangrijke mate van
onopvallendheid. Nimmer dringt ze zich op enigerlei wijze
op de voorgrond, niet door haar vorm, niet door haar kleur
en niet door speciale versieringen. Ze vormt slechts één
van de schakels in het grote geheel, vrijwel gelijk aan de
andere schakels en tezamen vormend één dorpsverband,
waar de individuele boerderijen volkomen in opgaan. En
wel het meest verwonderlijk is de wijze, waarop dit ver
band in de Drentse dorpen tot stand komt. Het is hier
zeker niet een streng gecomponeerd stratenplan, waardoor
de vorm van het dorp of de onderlinge stand der boerde
rijen dwingend bepaald wordt. Dit stratenplan lijkt bijna
steeds volkomen willekeurig tot stand gekomen. Van een
plan in de eigenlijke zin van het woord is dan ook nauwe
lijks sprake. De wegen ontstonden op de zelfde wijze als
de konijnen-paadjes in het duin, van het ene hol naar het
andere, van de ene boerderij naar de andere. Maar is dit
wel juist? Waren er nu eigenlijk eerst de wegen en kwa-