40
HOOFDSTUK IV
HET ESDORP
De oudste dorpsvorm, die we in Drenthe nog alom aan
treffen, is het esdorp. De geschiedenis van deze dorpen,
voor zover we tenminste, gedachtig aan Spengler's uit
spraak dat de boer geen deel heeft aan de geschiedenis, bij
deze echte boeren-dorpen van geschiedenis kunnen spreken,
gaat terug tot een grijs verleden. Wanneer Drenthe in het
licht der historie treedt, is het merendeel dezer neder
zettingen er reeds aanwezig. Dit wil overigens niet zeggen,
dat de Drentse esdorpen uit laat ons zeggen 1200 er precies
zo uitzagen als het huidige Meppen, Aal den of Lhee, om
maar een drietal van de best bewaarde te noemen. Aller
minst. Het betekent slechts, dat de opzet van deze oeroude
nederzettingen nog min of meer in de structuur der huidige
dorpen is terug te vinden. Want al is sinds de middel
eeuwen de bouwtrant der Drentse boerderijen op tal van
punten belangrijk gewijzigd, zó belangrijk, dat er opper
vlakkig gezien al heel weinig overeenkomst meer aan te
tonen zou zijn; al zijn de oude zand- en modderwegen be
straat, ja hier en daar van een gladde asfalt-bedekking
voorzien; al is het hele leven in de dorpen totaal gewij
zigd; al zijn er zuivelfabrieken, burgerhuisjes en open
bare gebouwen tot stand gekomen, de oude, onregelmatige,
als het ware organisch gegroeide opzet verloochent zich
ook thans nog niet. Wie de kenmerken van dit dorpstype
weet te onderscheiden, kan zich moeilijk vergissen.
Het voornaamste kenmerk van de dorpskern is zijn on
regelmatige opzet. Deze onregelmatigheid zet zich buiten
het dorp in het landschap voort. In de meest wonderlijke
patronen liggen de akkers verspreid over de essen - de
hoge, vroeger nauwkeurig omwalde akkergronden rond de
dorpen. Langs de kronkelende stroompjes, kronkelend
voor zover ze nog niet zijn genormaliseerd, strekken zich
de oude groenlanden uit. Alles is hier in volkomen har-